ROK-0727

Id-d01c9bc5-3238-4fb6-ac52-9dec29f66487 /
Versie door Dvanderhoorn (overleg | bijdragen) op 6 mrt 2024 om 10:41
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
4.1-NEN-EN 206 + NEN 8005
ROK(13 C)



Eistekst

Voor betonnen delen van bruggen en viaducten moeten de milieuklassen aangehouden worden zoals opgenomen in ROK tabel T0727.

Toelichting

Toelichting bij Tabel T0727

*) De volgende definities gelden:

  • Nevelzone: gebied met een nevel van water- en chloridedeeltjes die zweven in de lucht = tot 30 m aan weerszijden van een rijweg;
  • Spatzone: gebied met opspattend (chloridehoudend) water = overeenkomstig NEN-EN 1992-2/NB, 4.2 (106) tot 6 m aan weerszijden van een rijweg en tot 6 m hoogte boven een rijweg;
  • Chloridehoudende grond: grond binnen een gebied tot 10 m aan weerszijden van een rijweg en, overeenkomstig NEN-EN 1992-2/NB, 4.2 (106), tot 1,0 m diepte onder het maaiveld.

**) Vorst-dooi schade treedt alleen daar op waar voldaan wordt aan de volgende twee voorwaarden:

  1. het beton moet nat zijn; dit geldt voor betonoppervlakken die direct zijn blootgesteld aan regen en spatwater, maar ook voor betonoppervlakken die in de nevelzone van wegen liggen. Een oppervlak moet als horizontaal beschouwd worden als de gemiddelde helling kleiner is dan 1:10.
  2. ​​​​​​​het beton moet zijn blootgesteld aan significante vorst-dooi wisselingen, zowel amplitude als in aantal; bij ontbreken van relevante gegevens hierover moet ervan worden uitgegaan dat elk betonoppervlak dat incidenteel blootgesteld is aan vorst (T < 0 °C) gevoelig is voor vorst-dooi schade; onder de grond mag men ervan uitgaan dat de vorstgrens op 50 cm beneden maaiveld ligt.

Afbeeldingen

Milieuklassen
[[E504da78-6722-4b47-96a7-624495192b1c.jpg]]
Milieuklassen
[[34ffe112-e4dc-4c53-aa61-ace683458513.jpg]]
Milieuklassen
[[11ae0391-e73a-4905-ad98-e0fd0b25dfc2.jpg]]

Bovenliggende eisen



Extra informatie


Links

ROK vragen

Hoogte nevelzone

Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 6 mrt 2024 om 10:41.