Ga direct naar de inhoud
Ga direct naar het menu
Aanmelden
Home
ROK
Eisen
Kenmerken
ROK vragen
RTD
Contact
Zoeken
Lezen
Formulier bekijken
Geschiedenis weergeven
Pagina exporteren
Sluiten
Navigatie
Home
ROK
Eisen
Kenmerken
ROK vragen
RTD
Contact
Element bewerken: Id-548c2260-d69d-f7d9-1d02-6255e3380467
Id-548c2260-d69d-f7d9-1d02-6255e3380467
U hebt geen toestemming om deze pagina te bewerken, want:
De gevraagde handeling is voorbehouden aan gebruikers in een van de volgende groepen:
gebruikers
,
beheerders
.
U hebt geen rechten om de gevraagde handeling te verrichten.
Elementtype
*
Het elementtype waaronder deze pagina valt. U kunt dit niet wijzigen omdat het formulier is afgestemd op het elementtype.
:
Id
Id van de systeemeis
:
Label (nl)
*
Voorkeur label in Nederlandse taal (skos:prefLabel)
:
Vraag
*
Vraag
:
Trekken van damwanden en (hulp)palen CUR Rapport 166 deel 2, 5.4.13, Bestekseisen Rijkswaterstaat, punt 4 wijzigen in: “Indien de te verwijderen paal/damwandplank zich nabij een (definitieve) fundering op staal bevindt, moet grondmechanisch advies worden ingewonnen. De minimale horizontale afstand van rand van de betonconstructie tot hart te verwijderen paal/damwandplank bedraagt 3,0 m”. Indien constructief wordt aangetoond dat de constructie op staal voldoet bij een verminderde bedding op basis van een grondmechanisch advies, mag deze afstand dan worden verkleind of aan welke andere voorwaarden dient te worden voldaan?
Antwoord
:
De fundering op staal kan door het vooral trillend verwijderen van een damwand zakkingen ondergaan zonder dat die direct gerelateerd behoeven te zijn aan de beddingconstante van de grondslag. Door de trillingen kan de beddingstiifheid door compactie zelfs toenemen. De ROK geeft aan dat de minimale afstand 3,0 m dient te zijn, dat wil echter niet zeggen dat het op een grotere afstand altijd goed behoeft te gaan. De feitelijk achterliggende eis is dat de optredende vervormingen door het verwijderen van een damwand niet zo groot worden dat de op staal gefundeerde constructie daar te veel nadelen ondervindt. Omdat de aard van de materie zodanig complex is dat de mate van nauwkeurigheid van een predictie inherent beperkt is, heeft de ROK een ondergrens als minimale afstand geformuleerd. Daar binnen wordt aangenomen dat het in ieder geval te risicovol is; zie ook onderstaande figuren ter illustratie: Uit bovenstaande grafiek volgt als voorbeeld dat in dit geval de optredende zettingen bij het verwijderen van de damwand veel groter waren dan bij het inbrengen van de wand. Wellicht is de maaiveldzakking enigszins te mitigeren als tegelijk met het trekken van de damwand het vrijkomende damwandvolume d.m.v. grout geïnjecteerd wordt. Natuurlijk kan in principe ook een beroep worden gedaan op het volgende ROK artikel: Er ligt dan wel een expliciete aantoonplicht bij de gebruiker van de ROK. Niet alleen vooraf aan de uitvoering, maar ook tijdens en na de uitvoering (incl. een terugvaloptie tijdens de uitvoering; plan B). Als in de geotechniek de combinatie onzekerheid en de wens tot een ‘optimaal ontwerp’ aanwezig is (het opzoeken van de grenzen als het ware) kan de observatiemethode volgens NEN 9997 (art. 2.7) worden toegepast. Anders is het te risicovol om alleen te volstaan met een bureaustudie; zeker voor complexe verschijnselen als het optreden van zakkingen bij het intrillen, maar vooral ook bij het uittrillen van damwanden.
Brondocument
:
1.2
1.3
1.4
2.0
Eis aan Objecttype
:
ROK-0699 (Id-fd9c7052-b465-4026-81b6-45a61fdfe920)
Vrije tekst
U kunt hier extra informatie toevoegen. Deze zal onderaan de pagina getoond worden, maar is niet opvraagbaar via query's.
:
Meta-informatie
Samenvatting bewerking
U kunt hier een samenvatting of reden van de bewerking opgeven.
:
Samenvatting:
Dit is een kleine wijziging
Volg deze pagina
Pagina opslaan
Bewerking ter controle bekijken
Wijzigingen bekijken
Annuleren