ROK-0699
Id-fd9c7052-b465-4026-81b6-45a61fdfe920
Eistekst
Trekken van damwanden en (hulp)palen
CUR Rapport 166 deel 2, 5.4.13 moet worden toegepast onder inwinning van grondmechanisch advies.
Indien een funderingspaal of damwandplank naast een fundering op staal wordt getrokken op een afstand binnen de invloedsbreedte ae, volgens figuren 6.b en 6.c in NEN 9997-1, moet de invloed van het trekken op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van de fundering op staal worden berekend.
Indien een funderingspaal of damwandplank naast een fundering op palen wordt getrokken op een afstand kleiner dan 8d (van de te trekken paal/plank) plus 8d (van de te handhaven paal), moet de invloed van het trekken op het draag-vermogen en het vervormingsgedrag van de fundering op palen worden berekend.
Deze berekeningen moeten zijn gebaseerd op een realistische inschatting van de hoeveelheid grond die met het trekken van de paal of plank mee uit de grond wordt getrokken en de ontspanning van de grondslag als gevolg van het trekken van de paal of plank. Deze uitgangspunten moeten bij de realisatie middels monitoring geverifieerd worden.
Analoog aan het voorgaande moet het effect van (tijdelijke) ontgravingen op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van funderingen op staal of op palen worden bepaald, terwijl de grootte van de ontgraving (en het eventueel weer aanvullen) door meting worden geverifieerd.
Voor de toelaatbaarheid van het verwijderen van in de grondgevormde verticale elementen moet altijd grondmechanisch advies worden ingewonnen.
Toelichting
Bovenliggende eisen
Links
Paragraaf ROK | NEN 9997-1 |
---|---|
Brondocument |
Geotechnisch ontwerp van constructies – Deel 1: Algemene regels. |
Objecttype |
Kunstwerk |
Thema |
Civiel |
Periode |
Ontwerpfase |
De eigenschap “Voorkeurslabel” (als paginatype) met de invoerwaarde “Trekken van damwanden en (hulp)palenCUR Rapport 166 deel 2, 5.4.13 moet worden toegepast onder inwinning van grondmechanisch advies.Indien een funderingspaal of damwandplank naast een fundering op staal wordt getrokken op een afstand binnen de invloedsbreedte ae, volgens figuren 6.b en 6.c in NEN 9997-1, moet de invloed van het trekken op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van de fundering op staal worden berekend.Indien een funderingspaal of damwandplank naast een fundering op palen wordt getrokken op een afstand kleiner dan 8d (van de te trekken paal/plank) plus 8d (van de te handhaven paal), moet de invloed van het trekken op het draag-vermogen en het vervormingsgedrag van de fundering op palen worden berekend.Deze berekeningen moeten zijn gebaseerd op een realistische inschatting van de hoeveelheid grond die met het trekken van de paal of plank mee uit de grond wordt getrokken en de ontspanning van de grondslag als gevolg van het trekken van de paal of plank. Deze uitgangspunten moeten bij de realisatie middels monitoring geverifieerd worden.Analoog aan het voorgaande moet het effect van (tijdelijke) ontgravingen op het draagvermogen en het vervormingsgedrag van funderingen op staal of op palen worden bepaald, terwijl de grootte van de ontgraving (en het eventueel weer aanvullen) door meting worden geverifieerd.Voor de toelaatbaarheid van het verwijderen van in de grondgevormde verticale elementen moet altijd grondmechanisch advies worden ingewonnen.” bevat ongeldige tekens of is onvolledig en kan daarom onverwachte resultaten veroorzaken tijdens een opvraag- of annotatieproces.
ROK vragen
Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 17 aug 2021 om 10:29.